Leiderschap en macht in onze wereld
Over het begrip leiderschap is veel geschreven en gesproken en het is een actueel thema. Meestal gaat het daarbij over eigenschappen die in meer of mindere mate aanwezig is bij mensen in leidinggevende posities. Dat zou dan inhouden dat slechts relatief weinig mensen over leiderschapskwaliteiten zouden beschikken, de leiders. Deze leiders leiden. En als logische consequentie zullen de andere mensen dan wel volgen.
Het lijkt goed om hier in te gaan op het verband tussen leiderschap en macht. Vaak worden leiderschap en macht onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld. Onzes inziens zijn het twee aparte begrippen.
Macht
Macht kan bestaan zonder dat sprake is van inhoudelijk leiderschap, zonder een inspirerende visie, zonder vertrouwen in een mooie toekomst. Die situatie kennen we in dictatoriale regimes, waar de macht afgedwongen en in stand gehouden wordt via repressie en angst. Macht in de slechte zin des woords, gericht op eigenbelang. Mensen worden gedwongen zich te onderwerpen aan deze vorm van macht. Er is hier sprake van gehoorzaamheid, niet van inspiratie of hoop.
Leiderschap
Leiderschap daarentegen zal altijd op natuurlijke wijze macht en invloed tot gevolg hebben. Deze macht en invloed zal gericht zijn op het algemeen belang. Mensen zullen zich vrijwillig aansluiten bij de leider omdat ze door hem/haar geïnspireerd zijn en hun hoop op de toekomst daarop vestigen. Leiderschap is dus een goede zaak, macht is een logisch gevolg. Streven naar macht zonder leiderschap is verwerpelijk.
Rijst toch weer de vraag: is leiderschap alleen weggelegd voor een kleine bevoorrechte groep mensen? Het is onze overtuiging dat leiderschap in elk mens zit. Het zit al in het gezegde dat elk mens zijn eigen leven wil leiden. Dat ‘leiden’ is breder dan het vervullen van de eigen behoeftes, het staat onvermijdelijk in relatie tot de medemens en zeker tot de medemens in de directe omgeving. De mens is een wezen dat niet alleen kan leven, het leven krijgt immers pas zin in relatie tot de ander, zoals de filosoof Levinas betoogde.
Laten we eens teruggaan in de tijd. Vroeger leefde de mens in kleine gemeenschappen die het met elkaar moesten rooien. Je kon niet naar de (super)markt om eten te kopen en er waren geen bedrijven die elektriciteit en water leverden. Je moest het met de leden van de stam doen. Nu zijn er geen overleveringen uit die tijd hoe het leiderschap in die dagen was verdeeld. Wij stellen ons voor dat het leiderschap niet bij één persoon lag. Deze was verdeeld over meerdere stamleden. Daarbij had niet elk persoon hetzelfde soort leiderschap. Er zal vast een fysieke leider zijn geweest. Het sterkste lid dat op basis van zijn kracht machtig was. Hij was veelal de formele leider.
Maar er zullen ook stamleden geweest zijn die procesmatig goed waren en er voor zorgden dat de beste besluiten genomen en gedragen werden, procesmatig leiderschap dus. En er zullen ook slimmeriken geweest zijn die met creatieve oplossingen voor de stam kwamen bij nieuwe uitdagingen, zeg maar inhoudelijk leiderschap. Of sociaal leiderschap bij iemand die erg goed was in het leggen van relaties met andere leden van de stam. Naast het formele leiderschap functioneerde de gemeenschap vooral ook goed doordat er op essentiële aspecten sprake was van effectief informeel leiderschap.
Daar waar de mens zich verder ontwikkelde en het aantal mensen groeide, ontstonden andere, meer hiërarchische structuren in de samenleving. De formele leiders trokken in de loop van de tijd steeds meer macht naar zich toe. Kijk naar koningen en de adel die onevenredig veel macht hadden en naar volken die andere volken bezetten en onderworpen. Over het algemeen zal dit gerechtvaardigd zijn vanuit het verdedigen van het belang van de stam, het volk. Maar in veel gevallen zal de uitoefening van de macht in dit soort gevallen niet gebaseerd zijn op de integere vertaling van de visie van het leiderschap in het belang van de samenleving als geheel.
Machtsverdeling is niet stabiel of uniform. In het westen ligt bijvoorbeeld de macht nog maar zelden bij alleenheersers. Daar heeft zich de democratie ontwikkeld, waarin de macht anders is verdeeld en de burger stemrecht heeft. Maar of het nu een democratie is of een dictatuur, de burger heeft als individu weinig macht.En doordat het leiderschap ten onrechte wordt toegedicht aan de machthebbers, blijven ‘leiderschap’ en macht liggen bij een in omvang relatief beperkte groep. Deze groep, die de politieke macht heeft, heeft in veel gevallen een twijfelachtige relatie met de economische macht van bedrijven. Daarmee verliest het zijn legitimiteit.
In deze constellatie ziet de moderne mens zich dus voor een belangrijke keuze geplaatst. Zijn leven wordt voor een belangrijk deel bepaald door allerlei politieke en economische krachten, waarbij het gevoel van het eigen leven kunnen leiden ondermijnd wordt. Dus zijn er veel terechte klachten dat politici hun beloften niet nakomen, dat bedrijven alleen maar uit zijn op winst en dat de medemens een egoïstische instelling heeft en alleen maar voor zichzelf leeft ten koste van anderen.
Hoe kunnen we ons eigen leven weer leiden?
Wat moet je doen in deze chaotische geopolitieke situatie om bijvoorbeeld wat te doen aan de klimaatcrisis. De mens voelt zich machteloos en fatalisme grijpt om zich heen: Ik kan er toch niks aan veranderen. Maar er is wel degelijk een optie om er wat aan te doen. Dat is stoppen met klagen en zorgen dat je zelf aan het roer komt. De mens moet zelf zijn leven kunnen en willen leiden. Daartoe is het nodig dat twee stappen gezet worden.
Stap 1: Macht decentraal neerleggen
De eerste stap is dat de macht zo decentraal mogelijk neergelegd wordt. Over de zaken die jou persoonlijk aangaan moet jij kunnen beslissen, over zaken die jou en je directe omgeving aangaan moeten jij en je directe omgeving kunnen beslissen. Over zaken die alleen de stad aangaat, moet de stad kunnen beslissen en ga zo maar door. Daarvoor is het nodig dat er structuren ontstaan op elk niveau om deze beslissingen te kunnen nemen. En om dit te doen is leiderschap nodig, net als vroeger bij de stam. Daarbij zullen er verschillende typen leiderschap nodig zijn.
Stap 2: gevoel van verantwoordelijkheid voor het eigen leven
Daar waar de macht om te beslissen over de dingen die hun direct aangaan neergelegd wordt bij de gewone mensen, zullen die zich ook moeten inzetten om daadwerkelijk hun eigen leven vorm te geven. En dat houdt in dat elk mens zijn eigen talenten moet vertalen in een stuk individueel leiderschap. Dan zal het inzetten van al die stukjes individueel leiderschap leiden tot collectief eigenaarschap over de eigen samenleving.
Laten we als voorbeeld het niveau van de wijk nemen. De een geeft leiding aan de inhoud, de ander aan de relaties onderling, weer een ander aan de relaties met de omgeving, nog een ander heeft het morele leiderschap, en zo kunnen we doorgaan. Hierbij zal elk mens erkenning krijgen en voelen op basis van zijn persoonlijke eigenschappen en zal die erkenning vervolgens ook kunnen geven aan anderen. Het gaat erom dat je als groep in de samenleving samen stuurt. En als groep maak je samen met andere groepen onderdeel uit van het hoger gelegen niveau. Elk niveau werkt op basis van het consent model. Daarbij worden beslissingen alleen genomen als er niemand een beargumenteerd bezwaar meer heeft. Omdat iedereen op die manier voelt dat zijn belang behartigd wordt, zal eenieder ook rekening houden met de belangen die vanuit het hoger gelegen niveau aangegeven worden. Daarmee wordt het individuele leiderschap effectief ingezet zowel voor het persoonlijk
welzijn, als voor het welzijn van de samenleving waarin men zich direct bevindt, als uiteindelijk voor het welzijn van de wereld als geheel.
Een van de belangrijkste voorwaarden om het individueel leiderschap effectief te kunnen maken is het beschikbaar zijn van kennis, kennis van de problemen, kennis van de stand van zaken, kennis van mogelijke oplossingen die anderen al bedacht hebben, kennis van ervaringen die elders op de wereld zijn opgedaan enzovoort. Er is dus een breng en haalplicht op het gebied van kennisdeling.
Het is onze overtuiging dat op deze manier de grote problemen van onze wereld zoals de klimaatcrisis en de gevolgen daarvan sneller en beter opgelost kunnen worden. De wereld zal er mooier uit zien, iedereen zal zich gehoord weten en zich verantwoordelijk voelen. En ieder zal weten en begrijpen dat de beslissingen die genomen zijn, genomen zijn in zijn belang, in samenhang met het grotere belang van de samenleving als geheel. En wat minstens zo belangrijk is, men zal zich niet concentreren op alles wat er mis gaat, of wat er mis is aan anderen, maar juist op de positieve resultaten die een ieder in het belang van de samenleving bereikt.